De oxidatietrap (OT) van een atoom is de lading die een atoom zou krijgen indien de verschuiving van de bindingselektronen volledig zou zijn. Bij een binding zal het meest elektronegatieve atoom de bindingselektronen het meest naar zich toe trekken. Dit zorgt voor verschillen in de oxidatietrappen van de atomen.
Notatieregels:
- tussen gelijksoortige atomen is er geen verschuiving van de bindingselektronen en dus is de OT van de atomen 0;
- de OT wordt aangegeven door een Romeins cijfer met een + en – ervoor;
- de OT van H is steeds +I en van O is steeds -II;
- voor de groepen Ia, IIa, IIIa is de OT meestal gelijk aan het groepsnummer (positief);
- bij de niet -metalen ( groepen VIIa en VIa) is de OT meestal gelijk aan het groepsnummer min 8 (negatief);
- binnen een molecule moet de som van de OT’s altijd gelijk zijn aan nul of de ionwaarde.
Voorbeelden:
- Br2: OT(Br) = 0
- NaCl: OT(Na) = +I en OT(Cl) = -I
- NH3: OT(N) = -III en OT(H) = +I
- CH2O: OT(H): +I, OT(O): -II en OT(C): 0