Isotopen zijn atomen die behoren tot dezelfde atoomsoort (dus met hetzelfde atoomnummer) maar met een verschillend massagetal. Ze verschillen van elkaar door het aantal neutronen.
Het massagetal A = som van het aantal protonen en neutronen.
Voorbeelden:
- \(_{6}^{12}\textrm{C}\) bevat 6 protonen, 6 elektronen en 6 neutronen;
- \(_{6}^{13}\textrm{C}\) bevat 6 protonen, 6 elektronen en 7 neutronen;